Een alternatief reisverslag |
Het was me de vakantie wel, deze zomer. Mijn vrouw en ik
houden van bergwandelen. Daarom boekten
we voor een week een appartement in een vakantiepark in Zwitserland;
Lenzerheide om precies te zijn. En gewandeld dat we hebben. Bergie op, bergie
af. Het slurpt je energie op, maar dan heb je ook wat. Weidse uitzichten,
fantastische picknickplekjes, grote bloemenpracht, vlinders in allerlei soorten
en maten, koeien met bellen om, pittoreske chalets, noem maar op. Een feest
voor de zintuigen. Geestelijke sereniteit bereikt door lichamelijke inspanning.
Het weer was zomers en zonnig. Bij thuiskomst in ons appartement namen we elke
dag een ijskoud glas bier of witte wijn. Even nagenieten en weg mijmeren in
herinnering aan een mooie dag. Daarna douchen, dineren en naar bed. We hadden
het prima naar ons zin.
Toen ik de eerste keer vanaf het balkon naar beneden keek
viel me iets op. Op het pleintje stonden houten tafels met banken. En aan deze
tafels zaten alleen drie vrouwen in een chador. Dit is een islamitisch gewaad
met een strak gespannen gezichtsomsluiting, waardoor slechts een klein stukje
van het hoofd te zien is. Dat was echter precies genoeg om hun ontevreden
gelaatsuitdrukking te kunnen aanschouwen. Een vierde vrouw, ook volledig
ingepakt en gesluierd, sjokte sloom achter een kinderwagen op en neer over de
binnenplaats. Ze had dezelfde chagrijnige blik. Verder waren er her en der wat
lichtgetinte kinderen aan het spelen.
Ik zag dat zo nu en dan mannen en oudere jongens het pleintje
op kwamen slenteren. De aandacht van de jongens werd helemaal opgeslokt door het
scherm van hun smartphone. De omgeving leek hun weinig te boeien. Deze mannen
en jongens hoorden bij de ingepakte vrouwen, al gingen ze meestal apart zitten,
maar dan wel weer samen met de andere mannen. Wat me ook opviel was dat er op
deze momenten geen andere mensen op de binnenplaats aanwezig waren. Met ‘andere
mensen’ bedoel ik: mensen die niet bij de ingepakte vrouwen hoorden. Als ik ze
al zag, dan liepen ze gauw door naar het restaurant, de winkel of het overdekte zwembad,
allemaal aan de binnenplaats gelegen. Autochtone Zwitsers en andere Europeanen
leken het pleintje te mijden.
Maar wat me het meest trof was dat er ook meisjes van amper
een jaar of tien in volledig islamitisch ornaat
rondliepen. Alleen meisjes, dat spreekt. De jongetjes liepen in moderne
jeans of korte broek met hippe T-shirts. Dit hield me in het bijzonder bezig.
Waarom worden die meiden meteen op achterstand gezet en waarom wordt dat
toegelaten hier in Europa? Dat botst met onze fundamentele normen en waarden,
zo dacht ik. Het maakte me kwaad.
Later vernam ik dat het om asielzoekers ging en dat hun
verblijf in het vakantiepark werd gefinancierd door een instantie die deze
mensen her en der in Zwitserland onderbrengt. Ik wist inmiddels wat een weekje
in het park kostte. Ik vroeg me dan ook af waarom oorlogsvluchtelingen in
hemelsnaam in zulke luxe onderkomens zouden moeten worden ondergebracht. Los
van de kosten lijkt me dat ook een heel verkeerd signaal: vanuit hun kapot
geschoten huizen meteen gratis in een duur vakantiepark te worden ondergebracht.
Maar dit zullen wel weer heel verkeerde ‘racistische’ gedachten zijn, want
gebaseerd op boerenverstand.
De binnenplaats van het vakantiepark had twee gezichten: óf
vrouwen in chador met hun mannen en kinderen bevolkten het pleintje, óf
westerse gezinnen met hun kinderen. Maar nooit waren ze gelijktijdig aanwezig.
Tijdens een klein popconcert ’s avonds of tijdens een fondueavond in het
restaurant zag je alleen westerlingen. Overdag als de westerse vakantiegangers
erop uit trokken om hun toeristische dingetje te doen, dan zag je alleen gesluierde
vrouwen met hun kinderen en af en toe een Arabische man. Nooit was er
interactie van enige betekenis tussen deze mensen en de autochtone Europeanen
op het park. Er was hoogstens sprake van een kil samen aanwezig zijn, maar
meestal van een enthousiast ontwijken.
Afijn, tot zover mijn observaties op het vakantiepark in
Zwitserland.
Om de terugreis naar Nederland met de auto wat relaxter te laten
verlopen hadden mijn vrouw en ik besloten om het traject in twee dagen te
rijden met een tussenstop in de Duitse stad Baden-Baden, een bekend kuuroord in
de deelstaat Baden-Württemberg. Ik had een hotel geboekt aan de rand van het
centrum. Vandaaruit hebben we de stad in één middag en avond op ons gemak te
voet verkend. Het was heerlijk zonnig weer, niet te heet. Dus dat ging prima. Veel
vergane en opnieuw opgepoetste glorie. Naast de vanzelfsprekende waterbronnen, troffen
we eveneens een stadspark en wat stadstuintjes, huizen met fraaie vakwerkgevels
en gezellige restaurants met idem dito terrassen. Ook de evidente biergarten
ontbrak niet.
In de stad was het behoorlijk druk met winkelend publiek.
Het winkelcentrum bleek modern, zoals in bijna alle Duitse steden. Maar ook
hier viel direct de aanwezigheid van wezensvreemde elementen op. Het ging nog
een stapje verder dan in het Zwitserse vakantiepark. Hele hordes moslimvrouwen
in niqaab struinden door de winkelstraten. Met een niqaab zijn alleen de ogen
van een vrouw zichtbaar; de rest van het lichaam is bedekt. Soms liepen zij
samen met man en kinderen, die dan weer wel modern gekleed waren. Regelmatig
sjokte er een achter een kinderwagen. Vaak liepen ze ook in groepjes van een
paar vrouwen naast of achter elkaar. Wat later herkende ik een patroon in het
optreden van deze vrouwen. Terwijl wij op diverse terrasjes in de binnenstad van
een hapje of een drankje genoten, zagen we ze telkens pontificaal voorbij
marcheren zonder ergens te stoppen. Heen en weer. Alsof ze een statement wilden maken.
Er wandelden trouwens ook behoorlijk wat vrouwen in chador
en hijab. En dan waren er de niqaab-draagsters die een zonnebril droegen.
Blijkbaar vonden zij dat zelfs hun ogen niet mochten worden aanschouwd door
andere mensen. Het boerka-effect. En sommige chador- en hijab-draagsters hadden
weer een mondkapje opgezet, waardoor in de praktijk alleen hun ogen te zien
waren. Het niqaab-effect. Waarom ze dat deden was me volstrekt onduidelijk. Het
zag er niet uit en de lucht in Duitsland is een stuk schoner dan die in de
kapotgeschoten Arabische steden en dorpen, die ze waren ontvlucht, lijkt me.
Het kwam nogal provocerend over.
Al met al een afwisselende bende. Maar niet een om vrolijk van
te worden. Er was geen enkel contact tussen deze islamitische gesluierden, hun
mannen en hun kinderen enerzijds en de inheemse Duitsers en westerse toeristen
anderzijds. Als er weer zo’n stoet zwarte hobbezakken voorbij kwam paraderen, dan
keken de meeste Duitsers opzichtig de andere kant op, al zag ik wel wat Duitse kinderen
staren. Er waren ook groepen Amerikaanse en Japanse toeristen, maar die
reageerden hetzelfde als de Duitsers. Overigens deerde dit de islamitische
parade niet in het minst. Zij leken niet uit te zijn op enig contact met de
lokale bevolking. Ze vonden het belangrijker zichzelf te vertonen.
Aan het eind van de avond wandelden mijn vrouw en ik weer rustig
terug naar het hotel. We hadden ons goed vermaakt in Baden-Baden. En we hadden
kennis gemaakt met het nieuwe Duitsland van Angela Merkel, maar ook met het
nieuwe Zwitserland. Hier gaan we nog veel plezier van beleven, dacht ik. Nederland
zal snel volgen. “Dit smaakt naar meer”, om met de nuttige idioten van onze
tijd te spreken.
Percolator, voor al uw
sterke koffie
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.